Waarom terugreizen in de tijd niet kan

De relativiteitstheorie leert dan wel dat tijdreizen mogelijk is en dat tijd een vierde dimensie is, echter de mogelijkheid van terugreizen in de tijd wordt niet betoogd. Het gaat steeds om reizen naar de toekomst. Waarom kan terugreizen in de tijd dan niet? Voor een meer fundamenteel betoog waarom tijdreizen naar het verleden niet kan, moeten we eerst kijken naar tijd zelf, en in het bijzonder naar heden, verleden en toekomst.

Het eerste inzicht dat we nodig hebben is dat ons spreken over tijd analoog is, en wel analoog aan ons spreken over ruimte. Dat we dat soms vergeten komt volgens mij doordat we over tijd spreken als vierde dimensie, naast de drie dimensies van ruimte. Dat laat ons gemakkelijk denken dat tijd net zoiets is als lengte, hoogte en diepte. We stellen ons tijd voor als een vierde as op een assenstelsel.

Analogie wijst er op dat er overeenkomst is en verschil en we zijn ons bij het nadenken over tijdreizen onvoldoende ervan bewust van de verschillen. En de verschillen tussen de tijd-as en de drie ruimtelijke assen zijn legio. Te beginnen met het feit dat de drie ruimtelijke assen ruimtelijke weergaven zijn van de ruimtelijke dimensie, terwijl de tijd-as een ruimtelijke weergave is van iets dat niet ruimtelijk is. De tijd-as is echter niet, zoals de x-as, de y-as en de z-as van de ruimte, een t-as waarlangs je vrijelijk heen en weer of op en neer kunt bewegen. Wel in gedachten natuurlijk, maar niet in werkelijkheid.

Omdat in te zien moeten we bedenken dat de tijd-as niet ‘is’, zoals de drie ruimtelijke assen over de lengte van hun assen ‘zijn’. Neem als voorbeeld mijn woonhuis. De lengte van het huis ‘is’, de hoogte ‘is’ en de diepte ‘is’ ook. Ik zit nu in de werkkamer op de begane grond, terwijl mijn dochter op het zelfde moment in de eetkamer ‘is’ en mijn vrouw op de slaapkamer op de eerste verdieping ‘is’. Mijn dochter is in afstand langs de x-as en de z-as een paar meter verderop ten opzichte van waar ik mij bevind, terwijl zij zich op dezelfde hoogte bevindt op de y-as (namelijk de begane grond). Mijn vrouw is niet alleen op de x-as een paar meter van mij verwijderd maar ook op de y- en de z-assen. Maar waar wij ons ook bevinden in ons huis, we bevinden ons allen in hetzelfde nu.

Als we nu in hetzelfde huis de vierde as, die van tijd, toevoegen, dan zien we vanzelf waar het verschil zit. Want terwijl ik nu in mijn werkkamer ‘zit’, ‘zat’ ik een uur geleden aan de eettafel en verwacht ik dat ik later vandaag op de bank ‘zal zitten’. De temporele vervoeging van het werkwoord ‘zitten’ maakt ons er op attent dat slechts het heden is, en dat het verleden noch de toekomst is, maar respectievelijk was en zal zijn. Het verleden is als zodanig niet present in het heden en de toekomst evenmin. Het verleden is wel present in het heden, maar slechts als herinnering, en de toekomst is present in het heden enkel als anticipatie.

Naar analogie van de ruimtelijke dimensies spreken we over het bewegen door de tijd heen als ‘reizen’, en zoals we in de ruimte ergens naar toe kunnen reizen en weer terug, zo ontlenen we aan het analoge spreken over tijdreizen de gedachte dat we ook in de tijd ergens heen kunnen reizen en vandaar weer terug. Een punt op de tijdas wordt dan een plaats waar we naar toe zouden kunnen gaan. We maken ons van die plaatsen op de tijd-as een plaatje zoals we van de wereld een wereldkaart maken met plaatsen waar we heen kunnen. En zoals de plaatsen op de wereldkaart ‘zijn’ in het heden waar we nu naar toe zouden kunnen gaan, of althans via moderne media nu contact mee kunnen leggen, zo ligt de gedachte voor de hand dat ook de momenten op de tijdlijn in verleden of toekomst ‘plaatsen’ zijn waar we naar toe kunnen reizen of contact mee kunnen maken.

Tijd is echter niet een vierde ruimtelijke dimensie. De punten op de tijd-as, de momenten in verleden en toekomst zijn niet. Het verleden was ooit en zal nooit meer zijn en de toekomst zal ooit zijn, maar is er nog niet. Alleen het nu is, en omdat een moment in het verleden niet is, maar was, kunnen we er niet naar toe reizen als naar een plaats.

Zoals in een eerdere post uiteengezet ligt dat voor de toekomst anders: daar kunnen we wel heen. Sterker: daar gaan we heen. Het zal echter een enkel reis zijn.

Dit is de derde post over tijdreizen. In de vierde en waarschijnlijk laatste post ga ik nadenken over hoe terugreizen in de tijd toch mogelijk zou kunnen zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *